De glimlach van een kind, die is al vaak beschreven.
Hij is zo puur, spontaan en écht. Vol blijheid om het leven.
Een paar seconden maar, langer hoeft ie niet te duren,
Om je hart te verwarmen, zelf weer kind te worden. Je zou er geld voor geven.
Maar soms… wordt zo’n glimlach wat groter, groeit ie exponentieel.
Bereikt ie alle vezels van lijf en leden. Word je heel even weer één.
Dat ondervond ik de eerste warme woensdag van het jaar.
De derde schooldag van mijn dochter, mijn levenscoach met blond professorhaar.
Ik zou haar komen oppikken, op ’t bankje in de klas.
Benieuwd hoe ze mij daar zou opwachten, versnelde ik mijn pas.
Mijn blik speurde over de kinderhoofdjes, op zoek naar de liefste snuit.
Aha! Daar kwam ze al aan gespurt, mijn kleine schavuit.
Armen rond mijn nek, benen rond mijn middel,
Een glimlach van oor tot oor, heel ver weg nu was ons gekibbel.
Een kinderwurggreep, zo kun je ’t best omschrijven,
Zo één van ‘k laat je niet meer los, voor altijd samen blijven.
Een traan sprong in mijn ogen, maar wegvegen deed ik ze niet,
Want waarom zou je verstoppen, hoe zeer je daarvan geniet?
Uiteraard moest ik nadien nog een aantal keer gedogen:
“Mama moest een beetje wenen, ik zag het aan haar ogen…”
Awel ja, sus, dat is niet langer een geheim:
jouw mama is een bleitgat, en dat mag nondedekke zo zijn.
Hilly – mei 2018